Carl-Henning Pedersen

Carl-Henning Pedersen is een Deense schilder die in 1913 werd geboren in Kopenhagen, de hoofdstad van Denemarken. Hij groeide op in een eenvoudig arbeidersgezin. Pedersen had van jongs af van het idee dat hij meer wilde in zijn leven dan zijn ouders. Hij wilde studeren om zijn leven een goede invulling te geven. Aanvankelijk droomde hij ervan om architect of componist te worden. In 1933 bezocht hij Den Internationale Højskole (de internationale volkshogeschool) in Elsinore en raakte in de ban van de kunst. Hier ontmoette hij Else Alfelt (1910-1974) die hem liet kennismaken met de schilderkunst. Zij werd een jaar later de echtgenote van Carl-Henning. In 1936 maakten ze beiden hun debuut bij de Artists Autumn Exhibition in Kopenhagen. 

Carl-Hennng Pedersen. Deense kunstenaar en mede oprichter van de Cobra groep.

Abstracte schilderkunst

Carl-Henning Pedersen ontwikkelde zich tot één van de eerste abstracte, moderne schilders in zijn geboorteland. Hij wordt daarom vaak gekarakteriseerd als een sprookjesschilder. Zijn creaties bestaan uit fantasiewezens zoals zonnen, schepen, sterrenbeelden en vogels. De vele blauwe nuances die hij in zijn werk aanbrengt, en ook dat Pedersen zijn karakters vaak zwevend afbeeldt, werden zijn handelsmerk. Hij ontwikkelde een poëtische, expressieve stijl die al snel bij een breed publiek populair werd. De figuren die Pedersen schilderde waren vaak hetzelfde, maar hij zette ze wel steeds in andere situaties en posities op het doek. 

Betrokkenheid bij coalitie van kunstenaars

In de periode van 1934 tot 1939 was Carl-Henning Pedersen nauw betrokken bij Linien, een coalitie van Deense kunstenaars. Linien organiseerde in deze periode een aantal belangrijke kunst tentoonstellingen. Ook werd er een blad uitgegeven waarin de abstracte kunst nader werd belicht. Linien hield in 1939 op te bestaan. Inmiddels was er de dreiging van de Tweede Wereldoorlog, waarbij Denemarken op 8 april betrokken raakte toen de Duitsers het land binnenvielen en binnen enkele dagen bezetten. In 1942 sloot Pedersen zich aan bij een nieuw kunstenaarscollectief, Høstudstillingen. Tijdens de oorlogsjaren schreef Pedersen artikelen voor het tijdschrift Helhesten (Het Paard van de Hel) waarvoor hij ook illustraties maakte. Na het einde van WOII werd in 1948 de bekende CoBrA beweging opgericht, waarbij ook Nederlandse kunstenaars zich aansloten, het bekendste Nederlandse CoBrA lid was Karel Appel. De beweging stelde zich tot doel om vrije kunst te promoten, gebaseerd op spontaniteit en verbeeldingskracht. 

Tussen 1940 en 1945 leverde hij bijdragen aan het tijdschrift Helhesten. In hetzelfde tijdschrift publiceerde Pedersen de tekst ‘Arte astratta o arte immaginaria’ (Abstracte kunst of denkbeeldige kunst ), die tot dan toe de meest volledige en nauwkeurige definitie gaf van de werkprincipes van de jonge generatie schilders, waarvan hij deel uitmaakte. Deze definitie kwam in veel opzichten dicht in de buurt van wat het programma van de groep Cobra zou zijn.

CoBrA groep

Tussen 1945 en 1960 gingen de Deense kunstenaars naar het buitenland en richtten onder andere samen met Nederlandse en Belgische kunstenaars de groep ‘Cobra’ op. CoBrA staat in dit geval voor Copenhagen, Brussel em Amsterdam. De Cobra groep (o.a. Karel AppelCorneille en Asger Jorn) was actief tussen 1948 en 1951. In deze periode nam Pedersen deel aan de Biënnale van Venetië. Hij exposeerde uitgebreid met Cobra in shows zoals de eerste belangrijke tentoonstelling die in 1949 in het Stedelijk Museum van Amsterdam werd gehouden, ‘International Experimental Art’. Daarna nam Pedersen afstand van de groep en begon regelmatig te reizen.

Belangrijke prijzen

De ster van Pedersen als schilder was rijzende. Hij stelde zijn werk in de jaren 50 op verschillende plaatsen ten toon en won mede daardoor verschillende prijzen. Zo werd hij in 1950 onderscheiden met de Eckenberg medaille. In 1958 won hij de Guggenheim Award. De internationale doorbraak volgde in 1962 toen Pedersen Denemarken vertegenwoordigde op de Biënnale in Venetië. Een jaar later ontving Carl-Henning Pedersen de Thorvaldsen Medaille.

Internationale bekendheid

Gedurende zijn carrière als beeldend kunstenaar werd Carl-Henning Pedersen regelmatig gevraagd voor internationale tentoonstellingen. Hij exposeerde zijn werk over de hele wereld. Werken van Pedersen hangen in musea en galerieën over de hele wereld en als er een werk te koop wordt aangeboden dan is de belangstelling groot. Pedersen en zijn echtgenote maakten vele buitenlandse reizen waar ze inspiratie opdeden voor nieuw werk. Pedersen had altijd de behoefte om nieuw werk met anderen te delen. Hij schonk verschillende werken aan onder andere zijn eigen museum maar ook aan musea elders in Denemarken en in het buitenland. 

Grote opdrachten

In de jaren 60 en 70 krijgt Carl-Henning Pedersen vanwege zijn bekendheid grote internationale opdrachten. Hij is betrokken bij de kunstzinnige versiering van onder meer de John F. Kennedy School in Gladsaxe in 1974, de H.C. Ørsted Instituut in de periode 1959-1964 en Angligården (1966-1968). Daarnaast was hij samen met zijn echtgenote betrokken bij de aankleding van het Carl-Henning Pedersen & Else Alfelt Museum in 1975 en later nogmaals bij de renovatie in 1992. 

Samenwerking met Else Alfelt

Else Alfelt was niet alleen de grote liefde van Carl-Henning Pedersen, de twee inspireerden elkaar ook voortdurend op het kunstzinnige vlak. Ze deelden 40 jaar lief en leed en deelden ideeën voor nieuwe kunst die ze maakten. Toen Else in 1974 overleed verloor Pedersen niet alleen zijn levenspartner, maar ook een metgezel in de liefde voor kunst. In 1975 leerde Pedersen de Noorse fotografe Sidsel Ramson kennen tijdens een reis naar Jeruzalem. Ze kregen een relatie en trouwden enkele jaren later. Mede door de ontmoeting met Ramson kreeg de kunst van Carl-Henning Pedersen een nieuwe impuls. Hij schilderde vrijer en nog kleurrijker dan voorheen. Ze vestigden zich in Frankrijk op het platteland in Molesmes, waar Pedersen zich helemaal thuis voelde. Hij omschreef het gevoel dat hij kreeg bij zijn woonplaats als volgt: “Misschien schilder ik geen landschappen, maar in ieder geval de lucht. En om dat te doen moet je onder de hemel verblijven, het veranderende licht van de hemel volgen, de magie voelen van het zijn op deze aardbol onder de hemel, en je verbeelding ontvouwt zich in de ruimte van de hemel – waar anders zou “The Blue Bird” of “The Winged Horse” vliegen?”

Controverse

Niet iedereen was enthousiast over de zeer vrije interpretatie van de Bijbelse verhalen door Carl-Henning Pedersen die hij in 1983 presenteerde voor de kathedraal van Ribe, de oudste stad van Scandinavië. Hij was door de Deense nationale kunststichting het Statens Kunstfond gevraagd om versieringen te maken voor de kerk. Hij kwam met ontwerpen voor muurschilderingen, mozaïek en glas in lood met soms behoorlijk vrijzinnige voorstellingen. Het deed echter geen afbreuk aan zijn internationale faam als kunstenaar. 

Werken van Pedersen zijn onder andere te vinden in de collecties van belangrijke musea over de hele wereld: Albright-Knox Art Gallery; Göteborg Kunstmuseum,; MoMA; Nordjyllands Museum; Stedelijk Museum; het Staatsmuseum van Boekarest en vele meer.

Carl-Henning Pedersen stierf in Kopenhagen op 20 februari 2007, na een lang ziektebed.