Karel Appel was een bekende en opmerkelijke Nederlandse expressionistische schilder, beeldhouwer, keramist en grafiek maker, die een invloedrijk lid was van de beroemde Europese kunstvereniging COBRA. Appels ‘werken zijn tentoongesteld in prestigieuze en opmerkelijke kunstgalerijen over de hele wereld, waaronder het Museum of Modern Art in New York, het Guggenheim Museum, de Tate Gallery en het Museum of Fine Arts in Boston en vele andere.
Christiaan Karel Appel werd geboren op 25 april 1921 in Amsterdam. Zijn vader, Jan Appel, had zijn eigen kapperszaak, terwijl zijn moeder, Johanna Chevalier, van Franse afkomst was. Zijn eerste schilderlessen kwamen van zijn geliefde en welvarende oom, Karel Chevalier, die hem een ezel en wat verf schonk voor zijn 15e verjaardag.
In 1940 begon Karel zijn artistieke opleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. De Tweede Wereldoorlog was tegen die tijd begonnen en Amsterdam was onder de nazi-bezetting. Gedurende deze tijd sloot Karel een hechte vriendschap met de opmerkelijke schilder Corneille. Karels ouders waren niet blij met zijn ambities om kunstenaar te worden, omdat ze wilden dat hij een zekerder en winstgevender beroep zou aannemen. Na veel ruzie en overreding gaf Karel het op en ging het huis uit. Bovendien moest Karel zijn huis verlaten en onderduiken om te voorkomen dat hij door de nazi-politie werd opgepakt en naar Duitsland werd verscheept om in een munitiefabriek te werken.
Karel Appel eerste expositie
In 1946 presenteerde Karel zijn werk tijdens zijn eerste expositie die plaatsvond in Groningen. Karel droeg ook zijn werken aan bij de tentoonstelling ‘Jonge Schilders’ die werd gehouden in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Zijn werk creëerde een discussie in de kunstverenigingen van Europa, en verschillende critici en persvertegenwoordigers waren woedend en maakten bezwaar tegen de presentatie van zijn werk.
Zijn vroegste schilderijen tonen de invloed van grote kunstenaars zoals Henri Matisse, Pablo Picasso en Jean Dubuffet. In 1947 begon hij te experimenteren met sculpturen met gebruikt materiaal en felle, uitbundige kleuren als zwart, rood, blauw en geel. Hij werd toegelaten tot de Nederlandse Experimentele Groep in Nederland. Het jaar daarop werd hij lid van de prestigieuze kunstorganisatie COBRA, een beweging die gedurfde vrije meningsuiting en abstractheid aanmoedigde.
‘Vragende kinderen’
In deze periode begon Karel Appel in zijn werk scènes uit de Deense cultuur en Scandinavische mythologie af te beelden, en in 1949 kreeg hij de opdracht om een muurschildering te schilderen voor het stadhuis in Amsterdam. Zijn muurschildering, gebaseerd op zijn werk ‘Vragende kinderen’, sierde de muren van de cafetaria van het stadhuis en toonde glimlachende maar ongelukkige kinderen die wees waren geworden door de tragische oorlog. Hoewel de muurschildering werd toegejuicht vanwege de intense uitdrukking van de benarde toestand van de kinderen, veroorzaakte ze veel leed en controverse dat het bijna tien jaar lang bedekt bleef.
Teleurgesteld en terneergeslagen door de feedback in zijn geboorteland, besloot Karel naar Parijs te verhuizen. In 1950 begon hij veel over de wereld te reizen en presenteerde hij zijn werk in de VS, Brazilië, Mexico en Joegoslavië. In de jaren vijftig ontwikkelde Karel een passie voor jazz en schilderde hij verschillende portretten van gerenommeerde jazzartiesten zoals Miles Davis, Sarah Vaughan, Dizzy Gillespie en Count Basie. In 1954 nam hij deel aan de Biënnale van Venetië en ontving hij de UNESCO-prijs.
Enkele van zijn bekendste werken zijn onder meer:
- ‘Head in a Colorful Landscape’
- ‘Vragende Kinderen’
- ‘Hiep, Hiep, Hoera!’
- ‘Danse Amoureuse’
- ‘Mensen, vogels en zon’
- en vele anderen.
Karel Appel stierf op 3 mei 2006 in Zürich, Zwitserland.